Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te bestaan over de termen menopauze, overgang en peri- en postmenopauze.
Begrijpelijk.
Want waar wij het in Nederland in de volksmond over de overgang hebben, zijn ook termen als perimenopauze en postmenopauze gebruikelijk. Dus, tijd voor wat opheldering.
De term menopauze is gedefinieerd als de laatste menstruatie in het leven van een vrouw.
Die pas minimaal twaalf maanden na de laatste menstruatie vastgesteld wordt, want tijdens die laatste menstruatie weet je natuurlijk nog niet dat het de laatste keer zal zijn.
De menopauze markeert het einde van de periode dat een vrouw vruchtbaar is.
De laatste menstruatie wordt vooraf gegaan door een periode waarin de eicelvoorraad afneemt en de kwaliteit van de eicellen achteruit gaat.
Daardoor daalt zowel de oestrogeen- als de progesteronproductie en die hormonale veranderingen triggeren wat wij overgangsverschijnselen noemen.
De periode voorafgaand aan de menopauze, waarin de cyclus vaak al verandert (onregelmatiger, heftigere of juist minder heftige bloedingen, korter of juist langer in duur) tot en met twaalf maanden na de menopauze wordt de perimenopauze genoemd.
Maar, soms wordt hiermee ook de overgang bedoeld.
Met de postmenopauze worden de jaren ná het vaststellen van de menopauze, dus na die twaalf maanden, bedoeld. Formeel blijf je daarna in de postmenopauze, maar de typische overgangsklachten verdwijnen dan geleidelijk aan (drie tot zeven jaar).
Wat wij meestal de overgang noemen is de periode die start met de veranderingen in de cyclus tot en met de eerste postmenopausale jaren, waarin een vrouw symptomen en klachten kan hebben die samenhangen met het afnemen van de ovariële functie.
Twijfel je of je in de overgang bent? Vul dan eens de Greene vragenlijst in (via onderstaande knop). Naarmate je hoger scoort is de kans dat je in de overgang bent groter. Praat erover met je huisarts en laat je, zo nodig, doorverwijzen.