Hoe heerlijk zou het zijn als we gewoon van vandaag op morgen niet meer ongesteld zouden zijn?
Maar helaas, die hormoonproductie stopt niet ‘opeens’. Die daalt en varieert een aantal jaren, totdat er zo goed als niks meer over is.
En dus geldt voor de meeste vrouwen dat ze op een gegeven moment, in meer of mindere mate, last krijgen van symptomen die bij de overgang horen.
Inmiddels weten we ook dat onze hersenen ´last´ hebben van de overgang.
Want net als alle andere organen in je lijf heeft ook je brein oestrogeen nodig om goed te functioneren. Het zorgt er o.a. voor dat je hersencellen suiker, de belangrijkste brandstof voor je brein, op kunnen nemen.
Als de motor niet genoeg goede brandstof krijgt, omdat je minder oestrogeen aanmaakt, gaat hij langzamer draaien. Met andere woorden, de processen in je brein vertragen.
Klachten zoals breinmist, moeite om je te concentreren en een slechter geheugen kunnen we hiermee verklaren.
Onze hersenen zijn in principe flexibel genoeg om bij gebrek aan suikers op een andere energiebron, vetten, over te schakelen. Het lastige is alleen dat tijdens de overgang de aanmaak van oestrogeen nogal op en neer schiet.
En dan wordt het een rommeltje.
Dan moet er constant bijgestuurd worden en dan kun je inderdaad dagen (of weken) hebben dat het lijkt alsof je hoofd gewoon niet meer functioneert zoals eerst.
Is dat erg? Nou, het is vooral lastig. En het kan je onzeker maken. Of zelfs angstig.
Is er iets aan te doen? Zeker!
Al weten we eigenlijk niet zo goed wat nou de beste oplossing is.
Hormoontherapie kan veel klachten verlichten, maar lost niet bij iedereen alles op. Feit is dat er gewoon nog heel veel onderzoek nodig is om goed uit te pluizen wat er allemaal verandert tijdens de overgang.
Wat we wel weten is dat je die flexibiliteit om te schakelen tussen suikers en vetten als brandstof voor je brein (maar ook voor andere organen) kunt trainen.
Met een gezond voedingspatroon en met voldoende beweging houd je je motor goed aan de gang.
- Geen tussendoortjes nemen;
- En niet ’s avonds laat nog eten.
Dat zijn in elk geval al 2 tips waar je zo mee aan de slag kunt.
Wil je meer weten of ben je benieuwd hoe jij dit in jouw leven kunt inpassen? Neem dan gewoon even contact met me op.
En om met goed nieuws te eindigen: na de menopauze, als er dus vrijwel geen oestrogeen meer beschikbaar is, past ons brein zich daar veel beter op aan.
Je hoeft dus niet bang te zijn dat het vanaf hier alleen nog maar bergaf gaat 😉