Afgelopen weekend waren we met ons tweeën drie dagen in Antwerpen. In een mooi hotel, al helemaal in kerstsfeer met een grote boom en kerstversiering, en met een ontbijtbuffet waar je (ik in elk geval wel) hebberig van wordt. Heerlijk vers rustiek brood, fluffy roombotercroissants, ter plaatse gebakken wafels, een salade- en een fruitbuffet, zes soorten sap, yoghurt, kazen en vlees en voor de echte die-hard ontbijters (moi) uiteraard ook roereieren met spek en worstjes. Onweerstaanbaar dus en met de gedachte dat het ‘maar’ een weekend is en dat we (met het oog op uitgebreid dineren) toch niet zouden lunchen, hebben we de bordjes goed gevuld. En genoten.
Nou heb ik helaas (of gelukkig, is maar net hoe je het bekijkt) een partner die gek is op lekker eten én op goed gebak. Die, waar we ook heen gaan, altijd al uitzoekt waar de beste patissiers hun waar verkopen. En die patissiers liggen dan altijd net iets tè toevallig op onze route door de stad. Dus in plaats van te lunchen hebben we ons tussendoor wel nog tegoed gedaan aan een tarte citron en een éclair.
In de avond hebben we heerlijk gegeten in een leuk Italiaans restaurantje, met een lekkere fles wijn erbij en voordat we onze kamer weer opzochten hebben we in de hotelbar nog een afzakkertje genomen. Heerlijk!
En op zondagochtend kwam ‘de rekening’. Slecht geslapen en moe, futloos en chagrijnig. Ik stond allesbehalve vrolijk op. Helaas niet helemaal onverwacht. Ik heb precies hetzelfde na de feestdagen. Te veel zoet, te veel alcohol, te veel van alles eigenlijk. En daar doe ik het niet goed op. Ik ben een extreem gewoontedier geworden. Vaste bedtijden, eettijden, eetgewoonten. Elke dag bewegen, wandelen, fietsen of naar de sportschool. Hoe meer standaard, hoe beter ik me voel.
Saai?
Nee, want met die vaste gewoonten heb ik bergen energie en het gevoel dat ik leef. Te veel afwijken, dan slaap ik slechter, heb ik extreme middagdips en hangt er de hele dag een mist in mijn hoofd. Dan kost alles meer moeite en trek ik de kasten open om te checken of niet ergens nog iets lekker te snaaien ligt. Op zoek naar energie, om me vervolgens alleen maar slechter te voelen. Inmiddels weet ik hoe het werkt en hoe ik daar ook weer uit kan komen.
Dus vanochtend stond ik, na een sober ontbijtje, om 9 uur in de sportschool. En heb ik een kleine salade als lunch gegeten en staat er voor vanavond een groentestoofschotel met linzen op het menu. Om te compenseren voor die heerlijke vitello tonato en de zachtgegaarde varkenswangetjes, weggespoeld met glazen wijn, van afgelopen weekend.
Het is wat het is. Ik heb niet meer het metabolisme van een twintigjarige en mijn biologische klok is snel ontregeld. Voor het afwijken van mijn gewoonten en voor nachtbraken betaal ik een prijs. Met liefde overigens, mits niet te vaak.
Hoe de rest van onze zondag in Antwerpen was? De vrieskou was een super opfrisser, dus de dag werd gered door een wandeling van een half uur naar het Museum voor Schone Kunsten. Waar we uren rondgedwaald hebben en genoten van al het moois.
Heb je ook het idee dat bepaalde gewoonten niet meer voor je werken? Dat je je daar eerder slechter dan beter door voelt?
Ik denk graag eens met je mee over mogelijke oplossingen.